HOOFDSTUK IV

SEPTEMBER 1944: DE BEVRIJDING VAN NEERPELT



Een doffe, ordeloze Duitse aftocht volgde toen de geallieerden Brussel naderden. De beloofde parachutage van wapens was uitgebleven.
De Limburgse Weerstand kreeg uitdrukkelijk het bevel niet te schieten op de terugtrekkende Duitsers. In het noordoosten ontving de groep Beazar dat bevel echter niet. Het gevecht tussen slecht bewapende burgers en de door de lange oorlog geharde krijgers, mondde uit in een moordpartij op gevangen genomen weerstanders.
Op het kerkhof te Peer liggen de graven van Freddy Limbosch en Beazar op korte afstand van elkaar.
Nol en zijn maten verzamelden alle mogelijke inlichtingen en maakten die over aan de verkenningseenheid die in Neerpelt aankwam. De spoorwegbrug domineerde het dorp en de omgeving. Vijandelijke waarnemers regelden van daaruit het vuur op het dorp en scherpschutters schoten op alles wat bewoog.
 Een Britse gevechtswagen had de Heerstraat gevolgd en post gevat tussen twee huizen. De officier observeerde de brug met een verrekijker. Om vijandelijk vuur uit de lokken, schoot soldaat Thomasson met zijn geweer naar de brug.
Lambert Salaets ging hem vervangen en schoot met zijn brengun van achter de hoek van het huis. Thomasson loste hem vervolgens weer af, maar werd getroffen in de keel en de borst. Vooraleer hem dodelijk te treffen, hadden de kogels de regenpijp doorboord. Arnold hielp de ploeg van de tweeduimsmortieren.
Veertien jaar later toen de gedeeltelijk vernielde bunker werd opgeruimd, werd er het geraamte van een Duits soldaat gevonden en zijn Spandau machinegeweer. De overzijde van het kanaal bleef in Duitse handen. Te Kaulille verjoeg de Rus 'Louis' afkomstig uit Sebastopol, een Duitse patrouille met een handgranaat. Die nacht stak een gevechtspatrouille weerom het kanaal over om weerwraak te nemen. De Rus Louis verloor er het leven bij.
Pas toen de Britten zouden uitbreken uit het bruggehoofd te Lommel en de grondoperatie van Market-Garden werd ingezet, zou ook de overkant van het kanaal bevrijd worden. Met nog enkele makkers gingen Nol en Lambert zich te Hasselt opgeven als oorlogsvrijwilligers. Van de honderveertig Limburgers zouden die dag veertien kandidaten voor de Parachutisten weerhouden worden, onder wie Rik Govaerts, Maurice Dirix, Willy Hendrickx, Bert Vijt en Claes.
Aanklikken om te vergroten

De S.A.S.-luitenant Klein pikte er ook de gebroeders Salaets uit. Allen waren jonge twintigers die als voortdurend opgejaagde verzetslui gehard werden door de ontberingen en de kommer in de dagelijkse strijd van kat en muis met de vijand.
Met Blondeel's Regiment Parachutisten S.A.S. zullen zij vanaf nu met gelijke wapens en als getrainde paratroopers openlijk de strijd aangaan tegen de nazi's en met B Squadron, peloton Leo Van Cauwelaert, aan de spits staan tijdens de bevrijding van Nederland en Duitsland tot in Denemarken.

Jaak Daemen

SAS 1944

SAS 1944