HOOFDSTUK IV

EEN OPLEIDING TOT SAS


Jan vertelt:


De Eenheid werd gedropt en wij, de dertig nieuwelingen, moesten de vijand utbeelden en hen opzoeken. We werden naar een R.V.punt vervoerd voor de briefing. Na de oefening zouden de vrachtwagens ons daar ophalen. Op een gegeven ogenblik sloop ik alleen rond en zag Deom. Zoals was afgesproken, riep ik "Gezien", wat gelijk stond met gevangen of dood. De rest van het squad overviel mij echter! Overmacht. En daar stond ik, bedremmelde Jan Vos, mijn geweer afgenomen en ergens verborgen. De vijand verdween. Zonder wapen durfde ik niet terugkeren want dat zou zeker R.T.U. betekenen. Na lang zoeken vond ik mijn wapen. Aangekomen op het R.V. punt was iedereen al vertrokken. Ik herinnerde me het R.V. punt van de "vijand", dat een twintigtal kilometer verderop lag. Met flinke stap volgde ik de spoorweg en kwam net op tijd aan. 'Grootmoedig' kreeg ik de toelating de vijand te volgen op hun lange marsch naar het kamp. 't Is toen dat ik leerde al slapend te marcheren.


Jan vertelt verder:



We maakten deel uit van een groep bestaande uit A en B troops. De B troop was verdeeld in squads van vijf man. Drie squads werden geleid door Sadi Kirschen, drie door Jos Ghijs en drie door Freddy Limbosch. Vanderheyden, Debêfve en anderen waren aangeduid voor A squadron. Freddy Limbosch was mijn luitenant. Ik behoorde tot het squad De Rechter, samen met Engelen en David Kowarski. De vijfde man verliet ons R.T.U. Melsens was squadoverste van Debuf, Goessens, Sas en Veroft. De eerste twee maanden training waren fysisch bijzonder veeleisend en hard. Daarna kwam er meer afwisseling: theorieën allerhande, les in springstoffen, worstelen, unarmed combat, gymnastiek, enz. De dag begon met een drietalige speech van onze 'boss' Blondeel. Daarna deelden De Rechter en Melsens ons het programma mee voor die dag. Het squad Melsens trainde toen bijvoorbeeld met een Six Pounder kanon. Wij volgden een kursus Sniper, scherpschutter, onder leiding van Henk Verschueren. Dat gebeurde in een steengroeve op een vijftigtal kilometers lopen van het kamp. Met De Rechter, onze springstoffen-onderrichter, oefenden we onder andere met Gammon Bombs op vaten olie. Dat veroorzaakte steekvlammen van wel dertig meter hoog. Zware oefeningen volgden op lange marchen, aanvallen op schildwachten (Limbosch en Verschueren), kaartlezen (De Rechter was hierin bijzonder sterk). Ons ongeduld groeide zienderogen. Op een dag kregen we bezoek van Monty-Montgommery. Daarop vertrokken we naar een groot kamp. We kregen er onze volledige uitrusting. Geduldige en bekommerde magazijniers bezorgden ons kleding en bewapening. We waren klaar voor de strijd !



Jaak Daemen

VERVOLG HOOFDSTUK V

Return